Categorie archief: Florida

Een paar honderd mijl verder

De afgelopen dagen stonden vooral in het teken van reizen. We overnachtten op een mooie camping en onze plek was pal aan een meer, ongetwijfeld vol alligators, die kwijlend wachtten tot iemand een grote teen in het water zou steken. Het bord bij de ingang waarschuwde je er al voor.

Het was heerlijk weer en we zaten tot laat buiten. Jammer maar helaas waren er talloze golfkarretjes waar mensen zich op de camping mee verplaatsen. Het was nog net geen file rijden en de meeste karretjes hadden megafelle koplampen. Je kon ze vergelijken met zoeklichten van reddingsboten, die ’s nachts worden gebruikt om naar drenkelingen te zoeken. In geen tijd waren er gaten in mijn netvlies gebrand, die ervoor zorgden dat mijn zicht hetzelfde was als wanneer ik door een vergiet probeerde te kijken.

De volgende ochtend was het doodstil en het enige dat je hoorde was het ruisen van de bomen en talloze, voor ons onbekende, vogels. Zo rustig en stil, dat je alleen maar wilde blijven zitten en luisteren naar de stilte, om zo helemaal tot rust te komen. Maar uiteindelijk zou toch het vergiet weer in gebruik worden genomen en omdat ik veel van mijn netvlies hou, zijn we toch maar vertrokken. We reden nog even door Cedar Key, een oud en klein stadje met prachtige bomen en oude panden. Als je met je ogen knipperde was je er alweer doorheen, maar toch leuk om te zien. Het is het laatste eilandje dat hier met een brug met het vaste land is verbonden.



De bermen staan vol met bloeiende planten, waar vlinders en anders insecten dol van genot doorheen vliegen.



Onderweg deden we een Beef O’Brady aan, een kleine keten waar je echt lekker kunt eten en die ik buiten Florida nergens heb gezien. Mijn favoriet is de prime rib sandwich, te vergelijken met een French Dip. Een warm broodje met dunne plakjes rosbief, daarop gesmolten kaas. Met frietjes of curly fries en een bakje jus om je broodje in te dopen.
In elke locatie van Beef O’Brady hangen zeker 15 tv schermen, allemaal op een andere sportzender afgestemd en eentje over de oorlog in Oekraïne. Ze hebben een enorme hoeveelheid bieren op tap en dat nodigt een enkele man uit om aan de toog te gaan zitten, een eenzaam pintje te drinken en op zijn telefoon of naar zo’n een tv scherm te kijken.



Het blijft me verbazen. Je gaat toch naar het café voor de gezelligheid en het praatje? Kennelijk snap ik de Amerikaanse gezelligheid op dat vlak niet goed.

Je ziet hier de geweldigste bumperstickers, zoals deze, geweldig.



Florida is vooral moeras, inclusief muggen en bloeddorstige alligators. De doorgaande weg leek door een groene gang van begroeiing te gaan. Daar waar de planten en bomen een stukje terugweken, zag je rimpelloos water met de hemel weet wat er allemaal in woonde. De doorgaande weg door die groene gang was de eerste tien mijl leuk, dan werd het wat saai en na ruim honderd mijl geestdodend. Om te voorkomen dat je tijdens het rijden gedachteloos het stuur loslaat om een ijsje te pakken of te gaan plassen, laat je je geest dan maar peinzen over dingen die je verbazen.
Bijvoorbeeld: motorrijders, die je hier in grote groepen ziet. Ze dragen doorgaans geen helm of beschermende kleding, dus hoe zien ze eruit als ze een smak maken? Maar wat nog meer te peinzen geeft: je ziet er heel wat rijden met een sigaret in de mond. Hoe krijgen ze het voor elkaar? Zouden ze dan ook een asbak hebben? Al lijkt me die tamelijk nutteloos op een motorfiets. Of: je komt bij een piepklein heuveltje, de weg helt dus en er staat een bord dat meldt dat er een heuvel komt, die het zicht kan blokkeren. Ja, en? Is dat niet logisch dan?
Soms was er wat spannends te doen. Dan stonden er borden dat je je snelheid moest minderen, vervolgens kwam er een kruispunt met een benzinestation, een Dollar General (soort Action), twee lege huizen en was de opwinding weer voorbij. Soms was er zelfs een bocht in de weg, maar daarna was de groene gang er weer en voelde je je hersencelletjes geleidelijk verder afsterven.

We reden niet altijd aan het water, maar de route ging langs de Golf van Mexico. We kwamen langs een enorme baai, die zijn uitgang in de Golf had, omringd door hagelwitte, uitgestorven stranden. Het was heerlijk daar te staan en de frisse wind te voelen, want Florida is warm en heel vochtig. We gingen het strand op en staarden over het water, verwachtend dolfijnen of de rugvinnen van een haai te zien. Dat krijg je als je op het vliegtuig de film ‘Jaws’ hebt zitten kijken.

Onderweg zagen we diverse borden die je waarschuwden dat daar beren waren, zodat je die niet van hun harige sokken zou rijden. Gek he, die verwacht je in de bergen, niet in heet Florida.

We mochten ook weer eens lunchen bij een Chinees. Maar, zoals we wel vaker hebben meegemaakt, werd daar het zwaarste van het zwaarste op gebied van klassieke muziek gespeeld. Het maakte het Requiem van Mozart tot een huppelig muziekstuk en na tien minuten had je het gevoel dat er tien kilo lood aan je schouders hing. We vertrokken voordat we in snikken uitbarstten, maar het eten was lekker.

Onze camping van vannacht was in Panama City, niet de goedkoopste, wel een mooie en lekker stil, Sun Outdoors. We zijn ook een tijdlijn over gegaan en het is hier een uur vroeger. De zwarte vliegjes (midges) belagen je als je buiten zit en de spray die ik van RoadBear had meegenomen kwam goed van pas. Volgens de beschrijving helpt die tegen muskieten, zwarte vliegjes, gnats en no-see-ums.
’s Morgens om acht uur is het al 24C en de luchtvochtigheid is enorm. De airco maakt overuren en dan denk ik aan de mensen die hier vroeger hebben gewoond, zonder al die verkoelende luxe.

Vandaag zullen we Florida verlaten en steken we de grens van Alabama over. Ben benieuwd wat we daar tegen gaan komen…

Magnolia Plantation and Gardens

Als je zo diep in het zuidoosten van Noord-Amerika zit, moet je wel een plantage bezocht hebben. Onze keus viel op Magnolia Plantation and Gardens.

De plantage werd in 1676 gebouwd en het verbouwde product was Ashley Rice. De plantage lag langs de rivier, die voor het zoete water voor de gewassen zorgde. Je zit hier pal aan de kust, dus als het vloed werd, kwam er zout zeewater de rivier binnen, wat slecht, of liever gezegd: moordend, was voor de rijstplanten. Om dit te voorkomen werd er een dijk met sluisjes gebouwd tussen rijstvelden en rivier. Door die sluisjes kon het zoete water naar binnen stromen. Om tijdens opkomen van de vloed het zoute water geen toegang te geven, stonden er slaven bij die ieder kwartier een lepeltje rivierwater moesten proeven. Werd het zout, dan gingen de sluisjes dicht. Over onplezierige banen gesproken. Sowieso werd heel het onderhoud door slaven gedaan, zoals toen gewoon was. Met de burgeroorlog in 1865 werden die gelukkig allemaal bevrijd, wat wel de nekslag was voor de plantage.

Het woonhuis was werkelijk prachtig met een kolossale veranda op de eerste verdieping, die rondom het huis liep. We kregen een rondleiding met uitleg en er werd verzocht uit respect geen foto’s te maken.
Tijdens de rondleiding viel voor de eerste keer de melding hurricane (orkaan). Maar dat drong nog niet zo tot ons door. Wel het verhaal van die dronken man op een bruiloft, die zo zat was dat hij via de gesloten ramen naar binnen wilde. De ramen zijn nog de originele, oude ramen, wat je kunt zien aan het gebobbelde glas. Orkanen hebben ze overleefd, maar een zatte bruiloftsgast wist de barsten erin te krijgen.

Bij het toegangskaartje kon je ook een kaartje voor een boottochtje kopen. Met een boot met platte bodem voer je over de vroegere rijstvelden, waar het krioelde van de alligators.

Een moederalligator was zo vriendelijk te poseren met één van haar baby’s op haar hoofd. Het schijnen heel goede, zorgzame moeders te zijn, die ook zonder enige emotie het kroost van een andere moederalligator opeten.

We wandelden daarna nog rond en door de bewolking zag het water er dreigend uit. Ik loerde constant naar alligatoroogjes boven de waterspiegel, want je loopt pal langs het water en die beesten kunnen verdraaide snel zijn én behoorlijk springen.


Uiteindelijk gingen we verder en de waarschuwingen over hurricane Matthew begonnen ons ook te bereiken. In Haïti richtte hij al grote schade aan en de oostkust van Florida moest ook geëvacueerd worden. Je hebt het dan over een slordige elf miljoen mensen, die in auto’s de veiligheid opzoeken. Hij zou in het zuiden van Florida, net boven Miami aan land komen, dus iedereen ging richting het noorden en westen, bij de kust vandaan. En waar gingen wij naar toe? Juist, precies de tegenovergestelde richting. We hadden voor de laatste nacht een hotel geboekt bij Orlando, omdat we daar vandaan zouden vliegen en dat lag niet in de gevarenzone. Je kon er dus op rekenen, dat alle hotels daar vol zouden zijn.

Het was al geruime tijd donker toen we bij een hotel in Valdosta incheckten.
Tja, de wereld zit vol met mensen die niet nadenken, niet praktisch zijn of gewoon zitten te slapen tijdens hun werk. Zo ook de ontwerpers van deze parkeerplaats. Jullie kennen maar al te goed de witte lijnen die tussen de parkeerplaatsen aangebracht zijn, om parkeerplaatsen te markeren. Jullie kennen ook de betonpalen die vaak achteraan een parkeerplek liggen, om er voor te zorgen dat je niet te ver achteruit rijdt. Goed, wat hadden de klungels hier gedaan?
Om een boompje te beschermen, hadden ze die betonmarkering OP de witte lijn gelegd. Ik bedoel: verf hem geel, helgroen, paars voor mijn part, maar laat het er niet uitzien als een witte lijn. Wat je kon verwachten gebeurde: ik stapte uit, pakte nog wat van de achterbank en brak mijn nek over dat blok. Ik schoof over de grond, die van anti slip was voorzien en dus vol zat met kleine steentjes. Weet je wat dat met je huid doet? Precies. Ik schreeuwde van de pijn en Henrie kwam in paniek naar buiten gerend.

De tante van de receptie stond een eindje verderop te roken. Ze moet me gehoord hebben, maar kwam ze? Welnee, haar sigaret in haar kwek en mannelijke gesprekspartner waren belangrijker. Het bloed liep uit mijn knie en ik ging woedend naar de lakse trut toe, die me na enig aandringen zuchtend van een niet klevend stukje verband voorzag en twee minieme stukjes ontsmettingsdoekje. Het enige dat er af kon was: de parkeerplaats is mijn verantwoording niet. Het liefste had ze gezegd: wijf, zeik niet zo. Nu moest ik mijn sigaret uitmaken en mijn zeer interessante gesprek onderbreken. Zie je niet hoe je ons stoort?

Het liefst had ik een greep in haar haar gedaan, haar domme gezicht op mijn knie gekwakt en met bloed ingesmeerd. Maar ik hield me in, zei dat ik hierover een klacht indiende en verheugde me al op een valse discussie met de manager de volgende ochtend. Die arme ziel, die nu nog van niets wist…

Charleston

Ons volgende reisdoel was Charleston, in South Carolina. Dat zou net zoiets beelderigs moeten zijn als Savannah.

Om wat informatie op te vragen stopten we onderweg bij een Tourist Info. We stapten vrolijk binnen en een minder vrolijke man kwam uit een ander vertrek en liet zich zwaar op een bureaustoel vallen. Alle vragen werden met eenlettergrepige woorden beantwoord en hij was vooral geïnteresseerd in zijn iphone. Of hij daar porno zat te kijken, een ruzie uitvocht met zijn beminde of omdat hij stomweg een liederlijke hekel had aan zijn baan, weet ik niet. Maar zodra we het maar waagden onze mond open te doen en geluid te maken, keek hij geïrriteerd op.
Met duidelijke tegenzin liet hij ons op een plattegrond zien waar we konden parkeren in Charleston en waar we de bus konden pakken. Met Las Vegas in gedachten, vroeg ik hem hoe die betaald moest worden. In Nederland heb je natuurlijk het gezeur met de ov-kaart, wat voor toeristen rampzalig moet zijn. En in Las Vegas neem je The Deuce, een dubbeldekkerbus die op en neer rijdt tussen Las Vegas Boulevard en Down Town Vegas. Hier moet je wat dollars in een apparaatje doen en dan spuugt het een kaartje uit. Wel met gepast geld betalen, want hij wisselt niet. De man keek me aan alsof ik werkelijk van iedere logica gespeend was en siste me toe: It’s free! Ik was blij dat ik niet in zijn directe omgeving stond, want volgens mij kwamen er woedespuugdruppels mee naar buiten.
Op de parkeerplaats stopte een auto, een stel van onze leeftijd kwam naar buiten en ging het kantoor binnen. Ik denk dat hij ze heeft vermoord…

Na enig mikken vonden we de bedoelde parkeergarage en slenterden de stad in. Het was mooi, zonder meer en toch had het niet de grandeur van Savannah. We wilden naar de city market gaan, markten zijn altijd wel leuk, maar omdat Henrie de kaart ondersteboven hield, liepen we eerst nog de verkeerde kant uit.

Niet zo erg, er was genoeg te zien, maar het schoot niet op als je een bepaald doel voor ogen hebt. We besloten die gratis bus te pakken, maar niet voordat we een oud begraafplaatsje hadden bezocht. Het leek meer een uitstalling van grafstenen dan een dodenakker: overal stonden zerken tegenaan geplaatst. Zelfs in het kinderdagverblijf er pal naast zag je ze staan. Misschien was de gedachtegang hier achter: je kan ze niet vroeg genoeg voorbereiden op het feit dat ze dood gaan.

De afvalcontainers van de bewoners naast de begraafplaats deden een beetje apart aan, net als het doorkijkje naar het plaatsje met de barbecue. Nou ja, als je daar woont, heb je in ieder geval geen last van je buren.

De buschauffeur zette ons pal bij de city market af, maar wat een afknapper was dat. Vroeger zal het ongetwijfeld een grote markt zijn geweest, waar veel vis werd verhandeld gezien het feit dat het pal aan de haven ligt. Nu waren het hal na hal kramen met goedbedoelde rotzooi. Petjes, dure Stetsonhoeden, plankjes met wijze spreuken, souvenirs en andere rommel waar je spontaan jeuk van over je hele lichaam krijgt.

Na de derde hal vond ik het helemaal best en zijn we naar buiten gegaan. Aangezien mijn voeten na de enorme wandeling in Savannah pijnlijk waren en ik rechts een bloedblaar ontwikkelde, werd het lopen moeizamer. Dan ga je ook raar lopen en zegt je rug op een gegeven moment ook: Ja dag, zoek het maar uit. We namen plaats op een bankje en je voelde het hete asfalt door je schoenen heen. We keken uit op een kraampje waar allemaal mandjes stonden, daar word je hier mee doodgegooid. Overal zie je ze en ze zien er allemaal hetzelfde uit. Op het eerste gezicht wel leuk, maar wat moet je ermee! Om niet in snikken uit te barsten strompelden, althans ik strompelde, we verder. Alle oude en interessante gebouwen stonden aan de kant waar we oorspronkelijk hadden gewandeld, hier waren het voornamelijk straten met peperdure winkels die zulke exclusieve spullen en kleding verkochten, dat je begon te snakken naar een bezoek aan een Action thuis of een Family Dollar hier. Of een Walmart.

De rit Charleston uit leidde weer langs prachtige huizen met veranda’s en mooie tuinen. Onderweg zagen we nog een tankauto van Den Hartogh, op de wegen in Nederland goed genoeg bekend. Leuk was dat achterop een telefoonnummer stond voor in geval van nood, een nummer in Dordrecht. In ieder geval in de Drechtsteden. ”O help, de boel staat in brand! Bel het nummer dat daar staat, snel snel…“ Het lijkt me lang duren voordat de hulptroepen dan aanwezig zijn…

Bij een tankstation mochten we een nieuwe delicatesse aangschouwen: gekookte pinda’s. Als je het deksel oplichtte zal je apenootjes in een soort drabbig water drijven. Het zal ongetwijfeld lekker zijn, maar oogde anders. We zijn er in ieder geval niet aan begonnen.

Savannah

De meeste van jullie kennen mijn manie om in lege huizen rond te snuffelen. Aan de oostkust van Amerika is dat veel moeilijker, omdat die kant nu eenmaal nogal dicht bevolkt is. Je zit dan echt vlak bij andere huizen (en het mag nu eenmaal niet), dus dan laat je het. Of je ziet een wrakkig huis met een berg zooi, waar wel een redelijk nieuwe auto bij staat. Wat ons altijd het gezegde ontlokt: daar woont een man alleen! En soms kan het nog anders uitpakken…

We waren al een poos onderweg, ondanks dat we langs de kust reden kregen we daar niet veel van te zien. Het is een voornamelijk lange weg, die langs moerassen leidt en door allerlei nederzettingen komt. De bomen zitten vol met Spanish Moss, dit is geen mos, maar een plant die ook bloeit en gewoon graag in bomen zit, zonder deze te doden. Het geeft een heel apart effect, ook een beetje spookachtig.

En ineens stond het daar, een half ingestort, verlaten restaurant. Dat was natuurlijk meteen vol in de ankers en stoppen. Henrie beende er meteen naar toe, toen er plotseling een dame achter de voordeur met gebroken glas opdook.

Ze vroeg hoe het met hem ging en hij kwam zeker een foto maken van het oude reclamebord? Jazeker, dat was net waar hij voor kwam en trok zijn been terug dat hij al half door de deur had gestoken. De mevrouw had een hark in haar handen en was er kennelijk aan het werk. Wat ze kon doen buiten puin harken weet ik ook niet, eigenlijk kon je het gebouw alleen maar afbreken. Maar nee, ze ging er met haar man een nieuwe hamburgertent openen. We praatten een poosje over niets en over het mankement van haar man, die overal aan begon maar niks afmaakte.

De grond bij de bouwval had een interessante bodembedekker: die stond helemaal vol met kruidje-roer-me-niet. De mevrouw kende het plantje niet en slaakte verbaasde kreten toen ik haar liet zien waar de naam vandaan kwam. Na een poosje namen we afscheid, haar succes wensend met de nering in aanbouw, zonder veel vertrouwen in onze toon.

Onderweg haalden we nog een auto in met een hondje aan boord, dat niet overtuigd was van onze vreedzame bedoelingen en dacht dat we het op zijn baasje voorzien hadden. Na een eerst vriendelijke blik, vertelde hij even luidkeels hoe hij over ons dacht en dat was kennelijk niet positief.

Als je dan ook nog eens langs een Walmart komt, moet je daar natuurlijk gaan kijken. Al was het alleen maar voor het Halloween assortiment. Het was geweldig, we hadden wel van alles mee willen nemen, maar hebben ons beheerst, met veel moeite.

Savannah is echt een heel leuke stad. Het is de oudste stad van Amerika, die in 1733 bij de Savannah rivier werd gesticht. Het staat er vol met oude, prachtige gebouwen, overal pleintjes en exclusieve winkels. Dat laatste doet ons niets, maar de gezelligheid en de sfeer was geweldig. Zodra we de parkeergarage uitkwamen stonden we op een plein met een groot terras, waar ook een bandje speelde. Mensen hadden het duidelijk heel erg naar hun zin en de sfeer die er hing was geweldig.

We hebben lang door Savannah rondgezworven, van pleintje naar pleintje en nog hebben we ze niet allemaal gezien. Het was warm en ondanks dat het een grote stad is, ademden heel veel plekken pure rust. We hebben op bankjes gezeten en ons geprobeerd voor te stellen hoe het moet zijn, om in zo’n oud, houten pand te wonen, met uitzicht op zo’n plein, met al die bomen. Om de hoek de bruisende stad met al zijn levendigheid. Je zag ook overal eekhoorns, die hier kennelijk welig kunnen tieren.

Op één pleintje zat een meneer saxofoon te spelen om zijn, ongetwijfeld, armzalige inkomen aan te vullen. Ik gaf hem een paar dollar en zag uit mijn ooghoek een eekhoorntje uit de boom komen, een apennootje pakken en weer omhoog schieten. Op de grond lagen nog meer apennootjes. De meneer zag me kijken, zei: “ Zij hebben ook honger, die moeten ook eten.” Die meneer kreeg meteen in mijn ogen een aureooltje: zijn armoedje deelde hij nog met de dieren. Ik nam afscheid van hem met de woorden: “You must be a very nice person!” (u bent ongetwijfeld een heel aardig mens).

Verder slenterden we, de mooie straten door, tot onze voeten (vooral de mijne) vertelden dat het toch wel tijd werd de auto op te zoeken. Het hotel van die nacht had Henrie de avond ervoor via internet geboekt, zodat we niet hoefden te gaan zoeken in deze grote stad. De kamer zag er prima uit en ik dacht: ha, leunstoel, leeslamp, mijn avond kan niet meer stuk.

Dacht ik ja… Bij de stoel zat geen stopcontact, om te beginnen. Ik weer naar beneden. Tja, dat kon, maar ik mocht dingen wel verplaatsen als ik dat wilde. ??? Een verlengsnoer was er niet, dus ga maar schuiven. Aangezien ik een gezicht heb dat boekdelen kan spreken, snapte ze meteen hoe ik over deze geweldige service dacht. Bij iedere vraag moest ze zuchtend naar achteren lopen en zuchtend weer terugkomen. Ik gaf het op en vol zwarte gedachten ging ik terug naar de kamer. Henrie wilde zich net aan het bureautje neervlijen achter de laptop, toen hij met zijn sokken op kleddernat tapijt ging staan. Ook nog eens. Ik weer naar beneden, Henrie riep nog: ik ga niet naar een andere kamer verhuizen, ik ben te moe! Beneden gekomen stond de zuchtmadam in de hal en zei: ik dacht er over jullie te verhuizen vanwege dat stopcontact. Ik hield me in en siste: Het is een verdraaid lange dag geweest, we willen niet verhuizen en het tapijt is kletsnat aan de kant van het raam. Waarschijnlijk lekt de airco, ik wil een klacht indienen!
De manager zou er de volgende dag weer zijn, maar ze ging er een melding van maken. De bedden en het ontbijt waren prima, daar valt niets over te zeggen. Na het ontbijt ging ik nog eens verhaal halen bij de manager, die de melding nog niet had gezien, maar ze was ook nog maar net begonnen. Ze gaf ons 15% korting op de kamerprijs, wat mooi was. ’s Avonds keek Henrie op de site van dit hotel en vond in de reviews een klacht van drie dagen oud, dat het tapijt kletsnat was in de kamer.
Misschien hoort nat tapijt bij de folklore van dit etablissement…

Van Orlando naar St. Augustine

Natuurlijk waren de laatste weken van de zomer mooi en prachtig, maar de rest van het jaargetijde, inclusief lente, zijn prut geweest. Daarom vonden wij het een goed en hoognodig idee een vakantie in het najaar te boeken: naar Florida. Nu is iedere reden goed genoeg voor een bezoek aan Amerika, maar deze was nog net iets beter. Dus haalden de we koffers van zolder en stapten we op het vliegtuig dat ons eerst naar Washington DC bracht en daarna naar Orlando.

De eerste vlucht was ook de langste en daar krijg je dan een bescheiden maaltijd. Wij zaten achterin, vlakbij de toiletten. Wat goed aan de doordringende pislucht te merken was voordat we opstegen. In de lucht roken we het niet meer door de regelmatige luchtverversing. Een andere bijkomstigheid was dat er nog maar één menu over was toen het etenskarretje bij onze rij kwam en ik aan de beurt was: een vegetarisch maaltijdje. Het zag er uit als iets dat onze katten in de bak deponeren en waarschijnlijk smaakte het net zo. Henrie deelde broederlijk zijn kipmaaltijd met me. Dat kan liefde zijn, maar ook de angst ondergekotst te worden.

Vlak voor je landt krijg je een soort van ontbijt, doorgaans een broodje met iets vaags. Of het nu een plotselinge behoefte van United was aan iets exclusiefs weet ik niet, wel dat een kaasplankje met allerlei uiteenlopende soorten kaas en een bergje ham niet echt bevredigend was. Tussen vluchten door heb ik een broodje weggewerkt met een smaakniveau waarvan mijn vader zou hebben gezegd: it filled a hole…
Uiteindelijk bereikten we onze bestemming en haalden de huurauto op. Voor een luttel bedrag extra kregen we een SUV mee, die qua instap heel comfortabel was en over allerlei vernuftige speeltjes beschikte.

Thuis hadden we alvast een hotel voor de eerste nacht geboekt, zodat we niet hoefden te zoeken als we ’s avonds landden. Als je met United vliegt weet je namelijk nooit hoe lang je vertraging zal zijn. Nu was die een uur. We overnachtten in Sheraton Inn & Suites. Een werkelijk prachtig hotel in een schitterende omgeving. Ook hier moest iemand zo nodig een winkelwagentje achterlaten, terwijl er in de verste verte geen winkels te zien waren.

We stortten ons de volgende ochtend in het verkeer en hoe beleefd de Amerikanen ook zijn, hun rijstijl blijft ons verbazen. Zoals een jeugdige oma in een cabriolet, die tien kilometer lang voor ons reed met haar linker knipperlicht aan, hevig sigaretten rokend en sms’end. Natuurlijk op de linkerbaan, dat mag in Amerika dus dat doen ze dan ook. Richtingaanwijzers zijn ook een onbekend fenomeen, de één laat ze constant aanstaan, de rest gebruikt ze niet en laat jou iedere keer voor noppes wachten als je de weg op wilt. Ze slaan dan af vlak voor het punt waar jij al een poos beleefd staat te wachten, wat ze een serie verwensingen oplevert die ze helaas niet kunnen horen.

Voor de lunch mochten we voor onze favoriete maaltijd naar de Chinees. Dat is heel anders dan hier, met veel geroerbakte, knapperige groenten, niet overgoten met vette, rode sauzen waar je hartkloppingen van krijgt. We probeerden niet te kijken naar het spilzieke gedrag van de andere eters. Iedere keer in Amerika ergeren we daar ons rot aan. Ze laden hun bord vol, schrapen desnoods bakken uit om maar zoveel mogelijk op hun bord te krijgen. Dat een ander dan niks heeft is niet interessant, nemen twee happen en laten het staan. Net als hun enorme beker cola weer eens bij laten vullen, één slok nemen en de rest is voor de gootsteen. De berg voedsel die alleen al in één restaurant dagelijks in de vuilnisbak verdwijnt, is immens. De bordjes waarop staat: take all you like, but eat all you take (neem wat je wil, maar eet alles op wat je neemt) zijn er kennelijk voor de sier en dringen niet echt tot het netvlies door, want er zijn er niet veel die zich daar wat van aantrekken. Ik denk dat ze in dat restaurant nu nog over ons praten en onze keurig leeg gegeten borden ingelijst hebben.

We vonden een hotel net buiten het centrum van St. Augustine. Aan de overkant was een Engelse pub, die buiten de entourage weinig Engels had. We waren de enige klanten en de barman, die net meegesleept was in een aflevering van Star Trek, moest regelmatig gapen. We hadden de volgende ochtend al vroeg het stadje in gewild, maar hij vertelde dat er tussen acht en tien ’s morgens een zogeheten run was. Een grote groep mensen legden dan de afstand van vijf (!) kilometer af, joggend, lopend of wandelend. Hij deed er ook aan mee, wandelend, en had er al diverse malen op geoefend dit jaar. Vijf kilometer, ik leg dat al af als in de tuin bezig ben en op en neer loop, omdat ik van alles vergeten ben, naar de wc moet en even water ga drinken. Dit is natuurlijk niet zo, maar vijf kilometer is een afstand waar je normaal niet eens over nadenkt.
Het zegt weer genoeg over hoe de auto hier is ingeburgerd en dat alles er zo op is afgesteld dat je vooral je voertuig niet hoeft te verlaten. Zoals brievenbussen op autoraam hoogte en pinautomaten.

Trouwen in Las Vegas zonder je auto uit te komen. Allemaal leuk, maar draagt niet echt bij aan een gezonde levensstijl, waarbij een paar stappen lopen toch echt in past.

De volgende ochtend
Zodra je over de brug St. Augustine in rijdt, zie je meteen hoe het verschilt van de meeste andere Amerikaanse steden.

Een enorme bezienswaardigheid in St. Augustine is het Spaanse fort: Castillo de San Marcos.

Dit deel van Florida werd nogal geteisterd door piraten en Europese volkeren die het land over wilden nemen. Vandaar dat besloten werd deze vesting te bouwen in 1672, die in 1695 klaar was. De bouw en het ontwerp van het fort toonden aan dat er ook in die tijd slimme jongens rondliepen. De toenmalige nerds zal ik maar zeggen. Om te beginnen hadden ze een kunstmatige heuvel gemaakt en het fort daar in verzonken. Vijanden die er op wilden schieten, moesten dus omhoog mikken, zodat de kans groot was dat ze er overheen zouden schieten.

Rond het fort hadden ze een geul gemaakt, waar geen water in stond, maar wat een beschutte plaats was voor het vee, zodat ze bij belegering toch eten zouden hebben. De zwakke plek was de ingang, dus daar stond een solide bouwsel voor. Het fort zelf had aan de zeekant een stervorm, wat als voordeel geeft dat je je kanonnen in elke richting kunt laten schieten.

Er was plek voor vijftienhonderd mensen, zodat bij belegering de bevolking van St. Augustine er hun toevlucht kon zoeken. Het is nooit in vijandige handen gevallen: de vesting bleek onneembaar. We waren zo gelukkig een demonstratie van het kanonschieten te mogen zien met voldoende geluidsvolume om je trommelvliezen aan barrels te scheuren.

We neusden nog een poosje rond, bekeken de gevangenis en twee figuranten wilden wel even poseren. Het lukte me niet om ze elkaars hand vast te laten houden, maar je kan niet altijd geluk hebben.

Het was 33 graden en dat voelde je. Wat ik in Amerika weer dan zo geweldig vind: natuurlijk kun je in zo’n bezienswaardigheid flesjes water kopen en nog niet eens te duur. Maar er waren ook drinkfonteintjes, gratis, apparaten waar je je meegebrachte fles kon laten vullen. Ook gratis.

In het stadje stonden leuke huizen, historisch en goed bewaard. St. George street is het hoogtepunt: een redelijk nauwe straat met allerlei winkeltjes en restaurants. Het was leuk om doorheen te lopen, maar aangezien we verder niet van die winkeltjesmensen zijn, besloten we verder te gaan.

Eerst werden we nog aangeklampt door een groepje mensen met borden die heel erg voor Trump en zeer tegen Hillary Clinton waren.

Als je met een auto rondtrekt en je krijgt honger, dan moet je wel ergens wat gaan eten. En hoe apart ook, er was niks te vinden onderweg. Per toeval kwamen we langs een Chinees en besloten daar wat te eten. De nering bevond zich duidelijk in een achterstandswijk waar wij de enige blanken waren. Natuurlijk kwamen we hier pas achter toen we in het bouwvallige pand zaten te wachten op ons eten. We hadden de tijd om rond te kijken en ons te verbazen. Om te beginnen was de wc buiten werking. Ik was graag mijn handen voor ik ga eten, dus dat ging al niet op. Het formica tafelblad was in zoveel stukken gebarsten, dat het een puzzel van duizend stukjes leek. De muren zaten onder de gekste vlekken, waarvan ik niet weet of die van eerder genoten maaltijden waren of van steek- of schietincidenten. Maar het eten was goed en overvloedig. En honger of niet, we kregen het niet op.

Ik kon het overschot moeilijk aan gaan bieden aan mensen op straat en de kippen van onze beminde buren zaten 6000 kilometer verderop, dus met een bloedend hart gooiden we het in de vuilbak en voelden ons even heel Amerikaans.

Ondertussen had Henrie een paar bultjes op mijn rechterarm gezien. Die bleken na een aantal uren heel erg vurig te zijn geworden en gloeiden behoorlijk. Een insect? Een spin? Wie weet, maar feit was dat ik in welk etablissement dan ook alle ruimte zou hebben, gezien het er als builenpest uitzag. En zo is er altijd wat…

Over wilde varkens en spoken

De laatste dagen van de vakantie waren aangebroken. Tijd om te proberen het even wat kalmer aan te doen, al was dat moeilijk. Florida is het bekijken waard en er is meer dan genoeg te zien. Is dat niet de mooiste reden om hier weer snel terug te komen?
We deden onderweg nog een klein natuurpark aan. Een prachtig moerasgebied dat ons terug deed denken aan Daintree National Forest in Australië. Er zaten zelfs Green Tree frogs, die groene boomkikkers die we in Australië zoveel hebben gezien. Met dat lieve lachje en die grote ogen, maar hier wilden ze niks van ons weten en lieten zich niet zien. Alligators ook niet, maar dat wisten we wel zo midden op de dag. Alligators kunnen vreselijk grommen, net als hun neven en nichten Krokodil. Toen ik dit bord fotografeerde, hoorde ik vlak bij me ineens een vreselijk gegrom.

gegrom

Mijn haren stonden overeind en mijn hart maakte overuren. Het bleek geen groot reptiel te zijn met moordende kaken, maar een behoorlijke groep wilde varkens, die vlakbij de weg overstak. Javelina’s zijn wilde varkens en hebben geen aaibaar uiterlijk, maar zijn poezeliger dan alligators.
Door het moerasgebied liepen boardwalks, houten wandelpaden die ervoor zorgen dat je kunt wandelen zonder de natuur te beschadigen. Of weg te zakken in het moeras zoals in dit geval.

boardwalk

Het was er doodstil en de bomen stonden zich te spiegelen in het rimpelloze wateroppervlak. Het zag er vredig en sereen uit, maar ik zou nog geen vinger in het water durven te steken. Bang dat ik meteen ‘beet’ zou hebben. Eén van de regels van het park was dan ook dat je geen huisdieren mee mocht nemen op die boardwalks. Om te voorkomen dat ze in hapklare brok veranderen. Zowel alligators als krokodillen kunnen behoorlijk springen, dus zo’n houten wandelpad boven het water is een peulenschilletje voor ze.

moeras

moeras2

moeras3

moeras4

Een tere libel zat op een blad te genieten, af en toe de vleugels spreidend. Kwetsbaar en eindig, in tegenstelling tot de omgeving, die terugging tot in de prehistorie.

libelle

Een boom, die hoofdzakelijk nog uit stam bestond met wat begroeiing er bovenop, was zo’n duizend jaar oud.

boom duizend jaar oud

Natuurlijk staat het niet in verhouding tot de Sequoia’s, maar het is wel duizelingwekkend als je er even bij stil staat. Duizend jaar, toen dachten de mensen nog dat de wereld plat was, leefden er heel wat in modderhutten, had je geen IPad met apps (een nachtmerrie voor heel wat mensen als ze daar nu aan denken), bestonden er geen soaps en had je geen zeep.
We gingen stilletjes door met genieten en iedere keer als je een plons hoorde in dat stille water, stond je te spieden wat dat nou geweest kon zijn. Maar het moeras gaf zijn geheimen niet prijs. Afwijzend en hooghartig keek het terug, zodat we maar doorliepen en uiteindelijk weer op weg gingen.

moeras doorkijk

Na nog wat spelevaren en de toerist uithangen, kwamen we in Sebring aan. Sebring is vooral bekend van de autoraces en is ook gesticht door George Sebring. Het hotel waar we die nacht wilden overnachten, had Henrie op internet gevonden. Het zou historisch zijn en had goede recensies: het Kenilworth Hotel.
Herinneren jullie je de film The Shining nog? Een megafilm met Jack Nicholson, waar hij in de winter met vrouw en zoontje op een hotel moet passen, dat voor de winter gesloten is: het Overlook Hotel. En waar het natuurlijk spookte.
Laten we zeggen dat het Kenilworth Hotel een zeer hoog Overlook Hotel gehalte had. Het was het eerste dat door me heen ging toen ik het zag.

aanblik

Toen ik binnen kwam, schoot die vergelijking helemaal omhoog.

hotel

hotel2

hotel3

hotel4

Het was meer dan prachtig en ook op een bepaalde manier luguber, wat ik ook had gevonden als ik The Shining niet had gezien.
Aan de overkant van de weg was een meer. Daar wilden we naar toe, al was het niet duidelijk hoe je er moest komen. Je ziet het wel zo liggen, maar hoe kom je er?
We staken over en wandelden richting meer, om het volgende moment bij iemand in de tuin te staan. We wurmden ons tussen de struiken door en kwamen achter een groot gebouw uit, met een , voor ons, onduidelijke functie.
Het was heerlijk zitten, kijken en wijzen.

meer

meer2

meer3

meer4

Na een uurtje vertrokken we en het gebouw bleek het clubhuis te zijn de Elks. Dat zijn rendieren, maar die zullen er bar weinig mee te maken hebben gehad.
Er stond op diverse bordjes dat je absoluut niet op dat terrein mocht komen en ook iets over vingers breken en de elektrische stoel als je het toch deed. Dat is niet zo, dat verzin ik maar, maar het was overduidelijk dat het verboden toegang was.

De voorzienigheid was zo vriendelijk om een restaurant en bar naast het hotel te plaatsen, de planning voor die avond stond dus meteen al vast. De bar was lawaaierig en natuurlijk overal weer die t.v. schermen. Daar word je beroerd van.

bar

Bar in Sebring

De hoeveelheden drank die je hier in de kroegen ziet, is ongelooflijk.

drank

Na een uurtje werd het duidelijk dat er een tweekoppig bandje zou gaan spelen. Nou zijn wij daar persoonlijk niet zo’n liefhebber van, omdat het altijd keihard moet zijn. Anders is het niet tof denk ik. We besloten het wel even aan te kijken, maar het resultaat was dermate treurig, dat we besloten te gaan eten. De stem van de zanger deed me voornamelijk aan een kikkertje denken waar in geknepen wordt. De twee vrouwen vooraan die zo goedwillend meedeinen, waren het vriendinnetje van de ene en de moeder van die andere denk ik.

Voor we te verdrietig werden, verlieten we de tent. Het restaurant er naast was goed en ze hadden een geweldige French Dip..

We bleken zo’n beetje de enige gasten in dat enorme hotel te zijn. Wat wel rustig was, maar ook de lugubere sfeer verhoogde. Het was toeval, want de dag ervoor was het keidruk en de dag erna werden ook veel gasten verwacht.
Ik zat de volgende ochtend gastenboek te lezen voor ik er wat in ging schrijven, toen een meneer op me afliep.
Het bleek de eigenaar te zijn, een zeer vriendelijke man, die me van alles vertelde. Onder andere dat dit prachtige hotel op punt van sluiten stond, toen hij het drie jaar geleden kocht. Omdat de vorige eigenaar het zo zwaar verwaarloosd had, wat vreselijk zonde zou zijn geweest. Ik zei dat het me meteen aan het Overlook Hotel uit de film The Shining had doen denken. Hij vroeg: “ Do you believe in things like that?”
Ik mompelde wat neutraals en hij zei dat hij er dus absoluut niet in geloofde. Maar dat er ook dingen gebeurden die hij niet kon verklaren. Dat drie keer per jaar dit hele hotel wordt afgehuurd door een enorme groep paranormale mensen, die overal metingen doen met camera’s en allerlei andere moeilijke apparatuur.
Ik vroeg: “En, zien ze dan ook dingen?”
Hij zei dat ze kennelijk heel veel dingen zagen en vastlegden. Ik vroeg hem wat voor merkwaardigheden hij meemaakte die hij niet kon verklaren, maar ook zijn sceptisme niet weghaalden.
Hij vertelde een paar voorvallen. Toen hij het hotel overnam, moest er heel veel aan gebeuren. Hij stond met een paar mensen aan het begin van een gang op de begane grond (de gang waar wij ons onderkomen van die nacht ook hadden) te overleggen over de werkzaamheden.
Een schilder die in één van de kamers bezig was, kwam ineens naar buiten en keek verbaasd naar links en rechts en vroeg waar die dame gebleven was.
Het gesprek stokte en ze vertelden dat ze niemand hadden gezien. Dat kon niet, zei de schilder, er was een mevrouw bij hem in de kamer geweest. Ze was heel mooi en droeg een rode jurk. Hij had de deur voor haar open gedaan en ze was de gang in gelopen, maar toen was ze ineens weg.
Er werd herhaald dat ze niemand hadden gezien, maar hij geloofde hun niet.
Een ander voorbeeld was over toen de eigenaar met een echtpaar bij de open haard zat. Er moest wat papierwerk gedaan worden, waar hij mee bezig was. De echtgenoot van de vrouw zei ineens, dat hij die uniformen van de dienstmeisjes zo mooi vond. De eigenaar keek op, zag niks en ging weer verder met de papieren.
Even later vroeg die man wie die uniformen gemaakt had, hij vond ze heel apart, met dat zwart en zo’n schortje. De eigenaar zei dat er niemand zo’n uniform droeg.
Jawel, die dienstmeisjes met dat uniform stonden net die piano af te stoffen en hij wees naar de piano die in de hoek stond.
De eigenaar zowel als de vrouw van de man zeiden dat er niemand was, ook niet geweest. De man werd boos, pakte een paar witpapieren servetten, haalde ze over de piano en toonde ze.
“Zie je? Helemaal schoon, want ze hebben die piano net afgestoft!” riep hij. En weer werd er gezegd dat niemand van het personeel een dergelijk uniform had en dat er ook niemand daar aan het werk was geweest.
De man werd bozer en bozer, want hij had ze wel degelijk gezien en nu werd hij voor leugenaar uitgemaakt. Logisch natuurlijk: je ziet iets en dan wordt gewoon gesteld dat het niet waar is. Alsof je gek bent. Maar niemand anders had ze gezien, ondanks dat ze in hetzelfde vertrek waren.
Heel apart en heel erg Overlook Hotel.

De eigenaar liet me nog veel meer zien en vertelde honderduit. Henrie had op de achtergrond al van alles naar de auto gebracht en wilde duidelijk weg. Ik wist me los te weken van de eigenaar en haalde de laatste spullen uit de kamer om daarna de sleutel bij die vriendelijke man te brengen. Hij zat koffie te drinken met wat personeel en veerde blij op toen hij me zag.
Hij nam de sleutel aan met een blik alsof ik hem een cadeautje gaf en zoende me toen ik vertrok. Henrie had dit al gelaten aan zien komen en wachtte geduldig tot ik me weer bij hem voegde.
Het stuk van die dag zou ons dicht bij Orlando Airport brengen: de volgende dag vlogen we weer terug.
Onderweg stopten we ergens om wat te eten en hier hingen zo mogelijk nog meer t.v.schermen dan in wel andere tent we ook zijn geweest.

Het hotel was goed, het ontbijt ook, de terugreis zoals altijd weer vermoeiend en toen waren we weer thuis. Het was koud vergeleken bij de hitte van Florida. Maar het mooie weer daarna was een cadeautje. Billy en Thijsje zaten meteen weer in de bedelmodus bij het bureaulaadje met brokjes. Sammie verdween met duistere bedoelingen naar buiten om de buurkat op te zoeken, die al die tijd had lopen provoceren op de oprit.

smekende blikken

Het weer was goed genoeg om nog eens lekker fikkie te stoken om ons warm te houden bij het buiten zitten.

fikkie

fikkie2

Onze Halloweenspullen waren goed overgekomen. Wat we er mee moeten weten we nog niet, maar dit konden we toch echt niet laten liggen.

Halloween

Halloween2

En weer heeft good old Uncle Sam ons weer van alles laten zien en beleven. Het was genieten en we weten nu al dat we naar Florida terug zullen gaan, want we hebben nog lang niet alles gezien. Wat een vooruitzicht…

Wat hadden Thomas Edison en Henry Ford met elkaar gemeen?

Misschien gaat je een lichtje op als ik het over Thomas Edison heb: de uitvinder van de gloeilamp, al was hij niet de eerste die aan dit idee werkte. In 1854 was het de Duitser Heinrich Göbel al gelukt er eentje te produceren, maar het lukte hem niet om hem commercieel bruikbaar te maken. Edison ging verder met dit idee, perfectioneerde het en de gloeilamp werd een succes.
De fonograaf zorgde voor de wereldberoemdheid van Thomas, niet slecht voor een gedeeltelijk dove (door de roodvonk) voormalige telegrafist.
Deze geniale man kocht in Fort Myers een winterverblijf aan de Caloosahatcheerivier, wat klinkt als een aanval van hooikoorts. Buiten het huis van de latere conciërge stond hier niets. Wat hem toen zo bijzonder interesseerde, was de aanwezigheid van veel bamboe. Op dat moment experimenteerde hij namelijk met bamboe voor de gloeidraad van die veelbesproken lamp.

bamboe

Het huis dat hij zette was prachtig en ik zou graag uren op de veranda, die helemaal rond het huis loopt, willen zitten. Altijd een koele plek en iedere keer weer een ander prachtig uitzicht.

zomerverbijf T E

zomerverbijf T E2

zomerverbijf T E3

zomerverbijf T E4

zomerverbijf T E5

Thomas was oprichter van de General Illuminating Company en in zijn laboratorium werden heel wat uitvindingen gedaan door zijn medewerkers. Die kocht hij vervolgens op en zette de octrooien op zijn eigen naam. Ook een manier om bekendheid en fortuin te genereren.
Henry Ford was werkzaam in het bedrijf van Thomas en experimenteerde met benzinemotoren. Zijn streven was een voertuig te maken, waar geen paard voor hoefde. Als ik de wereld zo bekijk, lijkt hij me aardig in die opzet geslaagd.
Thomas stimuleerde Henry in zijn geëxperimenteer, wat weer de basis was voor een vriendschap. Edison had dus de grond gekocht in Fort Myers, een winterverblijf op gezet waar hij en zijn vrouw steeds meer tijd doorbrachten. Om een lang verhaal kort te maken: Henry Ford kocht het huis naast Thomas, al verbleef hij er met zijn gezin slechts twee weken per jaar. Verbazingwekkend, want ook dat was een prachthuis in een nog prachtigere omgeving.

huis H F

huis H F2

huis H F3

huis H F4

huis H F5

Het meubilair van Thomas’s huis stond daar oorspronkelijk ook, dat van Henry’s huis niet. Alleen de staande klok zou wel uit de toenmalige inboedel komen van zijn buren en was een geschenk voor de familie Ford.
De tuin is prachtig aangelegd en langs de weg naar de winterverblijven staan palmbomen, die vanaf 1907 door Thomas geplant zijn en waarvan de diverse er nu dus nog staan. Ook in de tuin staan de prachtigste bomen, die zich aan de grond vasthouden met een grillig, deels boven de grond uitstekende wortels. Je zou haast denken dat het getekend is.

boom

boom2

boom3

Omdat vervoer van allerlei goederen over de weg nogal lang duurde, liet Thomas een pier aanleggen die aanvoer per boot makkelijk maakte. Deze pier was vijfhonderd meter lang en was meteen de ultiem plek voor een botenhuis, meerdere aanlegplaatsen, schilderplekken en gewoon lekker zitten.

pier

Hij had het goed bekeken, die Edison. Al zou hij zich in zijn graf omdraaien als hij nu het uitzicht zou zien met torenhoge appartementenflats en andere ontluisterende gebouwen.

uitzicht nu

Hij liet zelfs een zwembad in zijn tuin aanleggen en was daarmee de eerste in de regio die een zwembad bij zijn huis had. De omgeving met al dat groen en beplanting is natuurlijk ideaal voor allerlei dieren.

bloem met vlinder

eekhoorn

hagedis

In het museum kun je allerlei unieke apparaten en natuurlijk ook een auto bewonderen.

auto

muziek

muziek2

Maar ook op zo’n bijzondere, interessante plek heb je het op een gegeven moment wel gezien en ga je verder. In Clewiston besloten we een hotel te zoeken. Er waren er zat, vooral langs de drukke doorgaande weg, die we niet eens bekeken. De gps gaf er eentje aan die een eind van de weg stond in een zijstraat van een zijstraat. We reden er naar toe en onderweg zag ik al een kroeg. Ik heb nou eenmaal radar voor café’s. Veel hotelgasten waren er niet, zo laat in het seizoen. Ik wist een goede korting te bedingen en informeerde naar het café waar we langs kwamen. Nou, die was niet zoveel. Harde muziek, snookerende mannen en tamelijk ongezellig. Meteen kreeg ik een verslag van de overige drie café’s die het plaatsje rijk was, met het laagste cijfer voor een etablissement waar alleen maar Mexicanen kwamen.
‘Als ze met je willen dansen, betalen ze vijf dollar. Allemaal van die kleine kereltjes, maar als je geld nodig hebt dus wel een aanrader.’
De beste tent was eigenlijk die naast de receptie, waar heel veel mensen uit het stadje kwamen. Dus wat doe je dan? Inderdaad.
Het was inderdaad een aardig café, groot, pal aan het water, zo’n vijftien televisieschermen natuurlijk, ventilatoren die een sterke verkoeling gaven in die dertig graden en zoals altijd bier in plastic bekers. Geen muren, dus eigenlijk een openluchtcafé.

bar 2

bar naam

bar

bier op vat

drank

uitzicht bar

Zonder het te willen werp je toch af en toe een blik op één van de televisieschermen. Je wordt er door omringd, dus eigenlijk is het moeilijk niet te kijken. Kwam er één van de honderden reclames voorbij, waarbij je een mevrouw pijnlijk zag kijken en haar gezin uitzwaaien dat vrolijk lachend in een kano zat. Het arme mens had duidelijk erge last van haar schouders, want het was natuurlijk een reclame voor de één of andere pijnstiller. Het volgende moment heeft moeders zo’n pijnstiller geslikt en alle gezinsleden zitten vrolijk lachend in diezelfde kano.
Prachtige herfstachtergrond, spiegelend meer, alles even idyllisch. De boodschap leek me overduidelijk, maar kennelijk is een deel van de Amerikaanse bevolking niet in staat deze combinatie te snappen. Waarschijnlijk hebben die meer junkfood in hun hoofd dan hersens, want onder dat gelukkige, pijnvrije gezin kwam de melding dat dit middel geen antidepressivum was en ook geen drug.
Nietsvermoedend zaten we daar en toen kwam de schemering en met die schemering hordes muggen. Van de ene op de andere minuut zag je mensen zichzelf tegen het hoofd slaan, hun armen bemeppen en met hun hoofd zwaaien, als een groep spastische krankzinnigen. Waar wij natuurlijk op dat moment ook toe behoorden.
De tante achter de bar kwam rond met bussen insectenspray en nam er zelf ook een bad in. Wij bedekten ons met een laag van die rommel en het is ongelooflijk, maar vergat je een millimeter, dan wisten die rotbeesten die ook meteen te vinden.
De spuitbus werd regelmatig gehanteerd, tot we geen bier meer, maar deet leken te drinken. Tijd om de kamer op te zoeken en in het felle licht een kleine slachtpartij aan te richten en met genoegen overal geplette muggen te zien.

hotel

De Everglades

Bij het ontbijt zagen we weer een zeer vernuftig apparaat: een pancake maker. Je drukte op een knopje, zette je bord rechts neer en even later stortten er twee pannenkoekjes op.

pannenkoekjes

De Everglades is een enorm subtropisch gebied in het zuiden van Florida. Het national park de Everglades is zo’n zesduizend vierkante kilometer, een vijfde van het complete gebied. Er wonen allerlei zeldzame dieren, zoals de manatee, de Amerikaanse krokodil en de schuwe Florida panter. Het bekendste is het het moeras, omdat we allemaal de films kennen waar er met zo’n airboat over het water racet.
Dat moesten wij natuurlijk ook doen. Het was een geweldige ervaring en apart je te realiseren dat er slechts vijftien centimeter water onder je zit. Het lijkt als je het ziet veel dieper, maar dat is dus niet zo. Zelfs bij erg lage waterstand, zo’n zeveneneenhalve centimeter, kunnen die airboats zich nog steeds verplaatsen.

Henrie

Je krijgt gehoorbeschermers op, omdat die propeller een enorm lawaai maakt. Het feit dat we allemaal met zo’n ding op ons hoofd zaten en de motor een enorme herrie maakte, weerhield de bestuurder er niet van om hele verhalen op te hangen. Die klonken dan in hoofdzaak als: wauwelwauwel wauwel. Niet dat dat er toe deed: het was een geweldige ervaring en je kwam ogen tekort.

Everglades

Everglades2

Everglades3

Everglades4

Everglades5

De snelheid was behoorlijk en om ons, of liever zichzelf, te plezieren, maakte de bestuurder af en toe een scherpe bocht zodat er een behoorlijke golf water over je heen kwam. Zo lang er geen alligators of slangen meekwamen vond ik het best, ondanks dat ik voorin zat. Al had ik naderhand wel het gevoel alsof ik met een volgeplaste broek liep.

Hier kun je de route zien die we hebben afgelegd:

route airboat

Bij het airboat gebeuren zat ook een alligatorfarm, die, zo als het hoort, vol zat met alligators, ook van die poezelige kleintjes die als baby al goed in staat zijn je vinger af te bijten.

alligators

Je kon zo’n kleuter vasthouden en ondanks de luttele afmetingen was de bek dichtgetaped. Er werd verteld hoe je ze vast moest houden en dat je vooral niet moest knijpen. Een Duits meisje zag ik zo hard knijpen, dat haar knokkels wit werden. Ik heb haar vingers losgewrikt en laten zien hoe het wel moest. Ze maakte voortijdig een handtasje van het ventje.

Henrie met krokodilletjebabyalligators

Een verdere wandeling maakte ons duidelijk dat de schildpadden lak aan ons hadden en gewoon hun gang gingen. Schaamteloos.

schildpaddensex

Er waren ook niet-inwoners die graag een graantje meepikten. Het barstte er van de gieren, die de stukjes vlees die bleven liggen na het voeren van de alligators, oppikten. Heel voorzichtig en op hun hoede, om zelf geen voer te worden.

gieren

We vergaapten ons nog een poosje, ik heb me verkleed om van dat plasbroek gevoel af te komen en we vertrokken. Van alligators kijken krijg je honger, wie zijn wij dan om het lunchbuffet van een Chinees af te slaan met al die heerlijke, gewokte groente?

Chinees

Het was een aparte gewaarwording om in dat bomvolle restaurant te zitten en je te realiseren dat wij de enige blanken waren. Natuurlijk werd er overal driftig gesms’t, dat is hier erg, maar daar lijkt het volksziekte nummer 1. Een mevrouw presteerde het zelfs om gewoon voor het buffet in de weg te gaan staan met dat rotding. Ze was klein en had me niet in de gaten, ik ben pal voor haar gaan staan, mijn bord op haar ooghoogte en heb me nog langer en breder gemaakt.
Toen ze eindelijk opkeek en haar hoofd in haar nek moest gooien om me aan te kijken, bleef ze half dood van schrik omdat er ineens zoiets groots voor haar stond. Lekker, moet je maar niet zo aso in de weg gaan staan en je overgeven aan je verslaving.
Bij al het lekkers ligt ook altijd veel fruit. Deze was heel bijzonder: Pitaya, ook wel Dragon Fruit genoemd

Pitaya of dragon fruit

Waggelend en onze buik vasthoudend gingen we verder, over die lange, lange weg die door de Everglades loopt. In dat moerasgebied woont de Florida panter, die sterk met uitsterven wordt bedreigd. Reden: het verkeer. Een vrouwtjespanter was aangereden, ze hebben die opgelapt wat een langdurig traject was en met haar jongen weer uitgezet.
Nog geen drie dagen later vonden ze haar doodgereden terug. De jongen van zes maanden oud zullen het in dat gebied niet overleefd hebben.
Er staan monitors op de diverse plekken waar wild oversteekt en zodra die wild detecteren, word je gewaarschuwd.

waarschuwing

waarschuwing2

Als je zo rijdt, lijkt het net of je door een enorme grasland rijdt. Maar kijk je goed, dan zie je dat het allemaal moeras is.

moeras

Waar ik deze foto nam, was de oprit naar iemands huis die duidelijk wilde maken, dat ongewenste gasten niet welkom waren.

hek

Hoe iemand het daar uithield is me nog een raadsel: zodra je de auto uitkwam hoorde je het gegons van duizenden muskieten en ik werd meteen aangevallen. Ze pakten me nog net niet op om mee te nemen en me op een andere locatie helemaal leeg te zuigen.
In galop ging ik terug naar de veilige auto, helemaal bespikkeld.
Na zo’n uitgebreide lunch nog uren rijden, daar word je suf van. Dus toen mijn luiken serieus begonnen dicht te vallen, zijn we ergens bij een rustplaats gestopt. Het was mooi aangelegd, keurige gazons en water tussen de weg en de rustplek. En dat water zat stampvol met alligators. Vandaar de hoge hekken rond het water.

alligatoronderweg

onderweg2

onderweg3

onderweg4

onderweg5

Vlinders vormden de vredige tegenhanger en dartelden rond alsof er geen moordzuchtige reptielen te zien waren.

vlinder

We vonden een hotel in Napels. Een mooi pand, het verlichte raampje rechtsonder was onze kamer. Toen ik buiten zat kwam een gekko even de boel in ogenschouw nemen.

gekkoe2

De eigenaars huisden boven en waren zo vriendelijk om ’s avonds hooglopende ruzie te krijgen. Vanwege de warmte stond alles open en konden we illegaal meegenieten. We ja, want wat dat betreft hebben Henrie en ik hetzelfde slechte karakter.

hotel

Key West, dag twee

Hoe jullie er over denken, weet ik niet, maar ontbijten bij een zwembad is toch wel heel erg aangenaam.

zwembad

Er is heel veel historie op Key West, wat aan de huizen alleen al te zien is. Oprah Winfrey schijnt er regelmatig te komen en nog wat beroemdheden. Een heel beroemde, vroegere inwoner is Ernest Hemingway. Hij woonde er ongeveer tien jaar. Ernest Hemingway schreef heel wat boeken, waarvan er ook een stel verfilmd zijn.
Een onverbeterlijke romanticus die vier keer trouwde en heel makkelijk verliefd werd en hij was dol op katten. Toen hij er woonde, had hij er een stuk of dertig.

E H huisE H huis2poes

poes2

poes3

Maar hij had het liefst katten met zes tenen aan de voorpoten. Die zouden namelijk geluk brengen. Er lopen vierenvijftig katten rond in en buiten het huis van Ernest en heel wat hebben dus die zes tenen aan de voorpootjes. In het huis hangen overal touwen rond het meubilair en er staan bordjes op met het verzoek er vooral niet op te gaan zitten voor het behoud ervan.
Maar dat geldt alleen voor mensen, natuurlijk niet voor de katten die je dan ook overal ziet maffen.

slaapslaap2

Natuurlijk is er een kattenbegraafplaats en overal zie je comfortabele kattenhuisjes staan met daarop bordjes, dat al het geteisem iedere maand wordt gecontroleerd en spul krijgt tegen wormen en vlooien.

kattenbegraafplaats2kattenbegraafplaatskattenbegraafplaats3

Ze hebben ook allemaal een naam en veel zijn er naar filmsterren genoemd: Fred Astaire, Ginger Rogers, Marilyn Monroe om er maar een paar te noemen.
Het is een raar gezicht, die voetjes met zes tenen.

zes tenen

zes tenen2

zes tenen3

Wat ze misschien ook leuk hadden kunnen vertellen, dat de katten met een paars bandje een wat minder poezelig karakter hebben. Zoals ik mocht ondervinden toen ik er eentje bekeek met een paars bandje. Diens voetjes waren net aan een groep mensen getoond en daar had hij lekkers voor gekregen. Of het nu het gebrek aan lekkers was of omdat ik geen zes vingers aan mijn handen had, maar hij greep mijn hand op een manier, die ons gespuis een zaaier van jewelste had opgeleverd. Het bloed liep er uit en in geen tijd zat er een paarse zwelling die verrot zeer deed. Ik vroeg aan een medewerker waar ik een pleister kon krijgen. In het winkeltje. Ik naar het winkeltje waar de boel werd ontsmet en beplakt met pleisters.
Meteen kwam er iemand naar me toe en of ik wist welke kat het was. Was het Harry? Of Elvis? Of Tom Jones? Ja, weet ik veel. Er lopen er vierenvijftig en ik heb verzuimd de namen met bijbehorende kat in me op te nemen. Is dat even nalatig?
Ik snap best dat ze geen problemen willen, voor hetzelfde geld doe ik ze een proces aan volgens de Amerikaanse gewoonte, om ze een fortuin af te willen persen.
We vervolgden onze tour in en om het huis van die goeie, ouwe Ernest. Bewonderden zijn pisbak in de tuin onder andere. Ernest kwam altijd in de kroeg van Sloppy Joe. Toen die de boel verkocht, wilde hij dat urinoir hebben, want: daar heb ik heel wat geld in laten wegvloeien. Zijn vrouw ging natuurlijk uit haar dak toen ze dat gore ding in de tuin zag, maar manlief zei: ik haal hem weg, als jij je zwembad verplaatst.
Dus leukte ze het kreng maar op met tegeltjes en een fonteintje.

urinoir

Wie de foto’s kent van Ernest, is het misschien ook opgevallen dat hij een groot litteken op zijn voorhoofd had. Op een nacht ging hij plassen en wilde doortrekken, maar trok per ongeluk aan het touwtje van het dakraam, dat vervolgens op zijn hoofd terecht kwam.

met litteken

Of dat in benevelde toestand gebeurde weet ik niet, maar het zou zomaar kunnen. Depressies hebben deze briljante kattenliefhebber geveld en op 2 juli 1961 pleegde hij zelfmoord.
Zijn zoons hebben het huis bijgehouden tot ook zij overleden, daarna werd het door een zakenvrouw gekocht. Die vervolgens zoveel mensen aan de deur kreeg die het huis van hun favoriete schrijver wilden zien, dat ze het openstelde voor het publiek.

boekenkastschrijfkamer

schrijfkamer2

Je bent niet zomaar uitgekeken in Key West. Je kunt er ook heel veel doen. Snorkelen, duiken, met de fiets rondkijken, rondleidingen. Wij vergaapten ons vooral aan de huizen, die werkelijk prachtig zijn en weten nu al dat we hier een keer terug gaan komen.

huizen

huizen2

huizen3

huizen4

Vrijwel alle huizen hebben hier veranda’s, voor of rondom. Heel vaak is het plafond van zo’n veranda in een bepaalde kleur lichtblauw geschilderd.

blauw plafond

Die kleur voorkomt dat bijen, insecten en ander vliegend of kruipend spul daar hun nest bouwen. Maar er zit ook een bijgeloof aan vast. Die kleur blauw zou namelijk ook voorkomen dat geesten je huis in gaan. Omdat ze dan denken dat ze water boven hun hoofd hebben. Maar als je het verft, sluit je wel de geesten in, in je huis. Voordat je dat dus doet, moet je salie branden. Daar jaag je ze mee weg.

We zijn op het oostelijkste deel van Australië geweest waar natuurlijk foto’s van zijn gemaakt. Als je dan op het zuidelijkste puntje van Amerika bent, moeten daar ook foto’s van komen.

zuidelijkste punt usa

Het was nog een lange rit terug naar het vaste land, tijd om te vertrekken.

oude spoortbrug

uitzicht

uitzicht2

Natuurlijk krijg je dan weer honger en onderweg stopten we bij een tent, Porky’s geheten, die lekker eten beloofde. Pal aan het water zat je, de pelikanen doken het water in en vlogen weer weg met spartelende vissen in hun snavel.

pelikaan

Ze hadden geen loze beloftes gedaan met hun uithangborden, het eten was meer dan prima. De uiensoep om te beginnen.

burger

tonijnsalade

uiensoep

lunchen

Van eten en nog een eind rijden word je doezelig. Kennelijk gold dat ook voor de krab die op z’n gemakje de weg oversukkelde. Ik kon hem nog net ontwijken, al ging deze manoeuvre vergezeld van een heel lelijk woord. Hij schrok zich rot en bewees dat hij met die acht poten bijzonder snel zijwaarts de kant van de weg kon bereiken.
Ik was daarna wel wakker en bleef dat ook tot we een hotel vonden en zochten in Florida City.

hotel

Mooie plek om aan te sterken voor wat we de volgende dag gingen doen. Wat verklap ik niet, dat lezen jullie vanzelf.

Key West

De kwaliteit van het hotel (de Days Inn was het trouwens, voor het geval je er naar toe wilt om kakkerlakken te vangen) strekte zich verder voort naar het ontbijt. Goed, er was te eten, maar gewoon thee was er niet. Natuurlijk plastic bordjes en het plastic bestek was zo slap, dat ik er nog geen snotje mee had kunnen doorsnijden. Niet dat ik dat nou ambieer, maar om maar aan te geven dat het minder was dan slecht. De Spaans sprekende meneer die het beperkte buffet onderhield, stond het ook al niet te kunnen helpen en de rest van het personeel stond voor de etenswaren de soapseries van de avond ervoor uit te wisselen.
Als ik ergens geen last van heb, dan is het van een ochtendhumeur, al waren de tekenen nu toch wel een beetje aanwezig.
Om alle geleden ellende goed te maken, mochten we eerst naar een Walmart. Wij zijn gek op Walmart. Het is een enorme, geweldig leuke winkel waar de merkwaardigste mensen komen. Als je je ogen niet uitkijkt op het assortiment, dan is het wel op de andere bezoekers. Misschien doen ze het ook wel op ons, dat mag. Al groeit er bij ons geen arm uit ons voorhoofd.
We verblijdden ons met een piepschuimen koelboxje en keken verlangend naar alle producten die we zouden hebben ingeslagen als we met een camper waren geweest. Nu beperkte ik me tot stiekempjes zwaaien: dag honeycombs, Italiaanse barbecueworstjes, heerlijke tomaten en nog veel meer. Die lekkere appels kocht ik wel, van die rode, glimmende red delicious. In de Donald Duck staat de meneer van de groentenafdeling ze altijd op te poetsen aan zijn mouw.
Buiten de kassa stond een sleutelautomaat. Als we hier een sleutel bij willen laten maken, moeten we naar zo’n snelschoenmakerij. Het beperkte zich ook niet tot één soort, maar allerlei soorten sleutels.

sleutelautomaat

We bleven ons niet lang vergapen, ons volgende reisdoel lag een aardig eind verderop: Key West. Key West is het meest zuidelijke eiland van de Keys. De Keys zijn allemaal eilandjes die door bruggen verbonden worden. Sommige klein, andere wat groter en de route voert je tussen de Golf van Mexico en de Atlantische Oceaan door. Sommige eilandjes waar geen brug naar toe liep en die dus alleen te bereiken waren met een bootje, leken nog het meest op roosjes broccoli. Toch zag je er af en toe een dak en vaak een aanlegsteiger.

naar kwnaar kw2naar kw3naar kw4naar kw5

Het stuk vanaf het vaste land naar Key West is honderdtwintig mijl, honderdtweeënnegentig kilometer dus. Een aardig eindje rijden. Jammer genoeg hadden we best wat regen die dag, maar de uitzichten bleven prachtig. Op één van de eilandjes was een Arby’s. Dat is een keten dat in allerlei soorten broodjes rosbief doet en de onvermijdelijke salades natuurlijk. Mijn favoriet is de French Dip. Een broodje met een bergje rosbief, wat gesmolten kaas en een bakje zeer smakelijke jus om het broodje in te dopen. Vreselijk lekker, ik kan er niet aan weerstaan.

rosbiefrosbief2

Heen en terug naar Key West doe je niet, of liever niet op één dag. Maar je kunt op je klompen aanvoelen, dat hotels daar natuurlijk achterlijk duur zijn. We stopten onderweg bij een visitor centre. De eigenaars hadden jaren op Key West gewoond en stonden in contact met veel hotels daar. Dagelijks kregen ze ’s morgens faxen om te laten weten welke aanbiedingen er gaande waren en of er nog kamers vrij waren. Wij zouden er op vrijdagavond aankomen, dan weet je van tevoren dat het druk is met weekendgasten. Tot ons geluk was er een kamer vrij in een hotelletje voor een meer dan schappelijke prijs, voor die omgeving dan. Normaal zou ik zieltogend ter aarde zijn gestort en zou alleen een French Dip me bij hebben kunnen brengen. Denk bij de gangbare prijzen aan $300,-, dan heb je wel een fitnessroom, een grote kamer en ander geneuzel. Maar wij komen er om met onze ogen dicht te liggen, dus schoon, een bed en badkamer met w.c. is voor ons genoeg.
Het was een prachtig pand, midden in Key West. Rondom met veranda’s en mooi bewerkte balustrades. Het was in 1879 gebouwd en de toenmalige burgemeester woonde er met zijn gezin.

hotel2hotelhoteltuin

Het eerste dat we zagen toen we de receptie binnenliepen, was een poes die lekker op de bank lag te slapen: Coco. Maar arme Coco mocht daar niet blijven als de receptie gesloten werd. Zich berustend ging hij buiten op de airco zitten om tussen de luxaflex door naar binnen te gluipen.

poes

Het stadje Key West is in tweeën gedeeld: het oude en het nieuwe gedeelte en het oude gedeelte is verrassend leuk. Het deed in veel opzichten aan New Orleans denken, met veel gebouwen uit de negentiende eeuw. Houten trottoirs en veranda’s op de begane grond en de eerste verdieping, met veel planten en zitjes. Redelijk nauwe straten met tuinen, overal weelderige begroeiing van tropische planten. De kleuren van de huizen veelal in pastel of roodbruine aardetinten. Jammer dat het al begon te schemeren, dat haalt toch altijd wat van het prachtige weg.
Maar ook tijd voor een snuisterij in één van de café’s. Bij het korte stukje wandelen naar het centrum zagen we allerlei Halloween versieringen op de huizen.

HalloweenMagere Hein

En overal staat wel iets van pompoen op het menu, zoals deze macchiato koffiereclame die we onderweg zagen.

pumpkin koffie

Afwijkende restaurants hadden ze ook!

restaurant

Wat ook sterk opviel was het aantal sigarenzaken. In Amerika ben je zo onderhand een crimineel als je rookt, maar de snerplucht van deze tabaksdrollen was op de diverse plekken redelijk aanwezig.

sigarenzaak

sigarenrookster

Cuba ligt negentig mijl van Key West vandaan en vroeger waren er heel wat tabakspakhuizen op dit eiland. Branden legden die pakhuizen ook weer in as zoals dat nou eenmaal ging, waardoor de sigaren prematuur opgerookt werden.
De Viva saloon zag er wel uit als iets voor ons: goede toog met krukken en allerlei soorten bier. Net als de rest van de panden was ook dit negentiende eeuws: van hout met heel hoge plafonds. Afknapper was wel dat je de biertjes in plastic bekers kreeg en de altijd en eeuwig aanwezige televisies. Niet eentje,maar meerdere en allemaal op een andere zender. Hoe verslaafd ben je als je zelf bij het drinken van een biertje niet eens zonder t.v. kunt?

Ook na donker zag het er allemaal even charmant uit en het eten bij de Denny’s was zoals altijd goed.

straatjeKey WestDenny's

Dan is het daarna nog heerlijk zitten op je veranda en te fantaseren hoe het er honderdvijftig jaar geleden uit moet hebben gezien. De bamboe die hoog langs het huis groeide was armdik en de bladeren ruisten in de altijd aanwezige wind. Je proefde iets van het vredige zoals het geweest moet zijn, lang geleden. Toen de jachtige wereld, zoals wij die nu kennen, nog niet bestond.

veranda