Zoals Tombstone zijn er meerdere historische stadjes in Amerika en eentje daarvan is Oatman, gelegen in Arizona aan de beroemde route 66. Die historische stadjes zijn altijd heel behoorlijk commercieel en toch erg leuk. We hebben altijd een camping een kwartiertje rijden bij Oatman vandaan. Heerlijk doodstil en er verblijven veel mensen die in de buurt werken of de zogeheten ‘snowbirds’, senioren die hier komen overwinteren. ’s Avonds zit iedereen voor de tv, zodat je nog meer geniet van de stilte. Het is doorgaans ook onze laatste stop voor we weer aan de martelende terugreis naar huis beginnen. Die laatste stop was voor een aantal jaar in Overton, dat ligt dichterbij Las Vegas waar we de camper inleveren. Maar de laatste keer werd ik daar van het ene op het andere moment zo ontzettend doodziek (wat kort na thuiskomst dan ook in een spoedopname resulteerde) dat dat onbewust in mijn geheugen is blijfen plakken. Dus wil ik er liever niet meer naar toe, al had het natuurlijk niets met Overton te maken. De camping bij Oatman is net zo fijn, maar is verder van het verhuurstation, waar je voor 10:30 moet zijn.

Door de prachtige leegte reden we door Arizona, staken een stukje de grens over met Californië en daarna weer met Arizona. Een nieuwsgierige coyote keek ons na.

Californië is op veel vlakken een dure staat. Toen we de reis begonnen, was een gallon benzine in Florida $4,17 wat al behoorlijk is. Naarmate de reis vorderde werd die prijs hoger. Maar waar je in Arizona en andere staten $4,87 betaalt, betaal je in Californië dus bijna $7,-!

Net in Californië kwam het niet te vermijden inspectiestation. In verband met ziektes van fruit enzo word je gevraagd of je nog fruit, tomaten, paprika’s, etc bij je hebt, want dat mag je niet meenemen.

Verder gingen we, tot we op de camping waren. Het was er zoals altijd stil, een mevrouw wandelde later langs een maakte een praatje. Het was heerlijk buiten te zitten, warm, maar heel droog. Een enge spin stapte parmantig voorbij en in de bloeiende struik voor de camper, kwamen de kolibries zelfs nog toen het al donker was. Een lief konijntje kwam controleren of we ons wel gedroegen.

De volgende ochtend reden we naar Oatman, over die historische route 66. Oatman was een goudmijnstadje en de mensen gebruikten burro’s, een kleine ezelsoort, voor het vervoer van post, gereedschappen, water, van alles. Toen de mijn buiten gebruik raakte, werden de burro’s losgelaten in de woestijn, waar ze in alle vrijheid verder leefden. Het zijn geen domme ezeltjes, want de nakomelingen zijn elke dag in Oatman te vinden. Vanaf een uur of negen, als de toeristen komen, tot eind van de middag struinen ze er rond en krijgen eten, dat in elk winkeltje te koop is. Wel het vriendelijke verzoek om ze niet te voeren op het wandelpad vlak voor de nering, want als er iets bij een burro ingaat, komt er aan de andere kant wat uit.


Onderweg kwamen we de eerste tegen, we stopten voor een foto en het raam was nog niet open of hij stak zijn begerige snuit naar binnen. “En, hebbie wat? Iets lekkers?” Nee, we hadden niks, maar hebben wel een leuke foto gemaakt.

Zoals gezegd ligt Oatman aan de route 66, wat een zeer geliefde route is voor bikers en Oatman een geliefde stop.

Er liepen heel wat burroveulentjes rond, met hartvertederende gezichtjes en soms een opvallende sticker.


Er zijn namelijk nogal wat Amerikanen die hier naar toe komen en wortels meenemen voor de burro’s. Klinkt leuk, maar de burro’s werden opdringerig, omdat ze wortels wilden hebben. Ik heb zelf gezien hoe eentje de tas uit de handen van een mevrouw rukte.

Maar ze voerden die wortels dus ook aan de veulentjes en dat mag absoluut niet! Een aantal jaar geleden liepen de veulentjes er met een klein stickertje op hun voorhoofd, met een verbodsteken met een worteltje. En dan hoorde ik: “Kijk nou, wie zou dat nou gedaan hebben?” Hoe dom ben je? Lijkt me heel erg duidelijk. Ik sprak toen een mevrouw die er werkte, die vertelde dat noch het gebit noch het spijsverteringsgestel van die kleintjes bestand is tegen wortels. “Dan zeggen de mensen: ‘Zielig toch, als ze niks krijgen.’ en geven het toch”, vertelde ze. “Maar weet je wat pas zielig is? Als je bij een dood veulen staat, dat overleden is door indigestie door die wortels. Maar de toeristen zijn dan al weg en worden er niet mee geconfronteerd.” De bewoners van Oatman zijn dol op hun burro’s en op diverse plekken stonden ook zoutlikstenen, zodat hun lievelingen vooral niks te kort komen.

Ik kwam in gesprek met een Nederlands koppel, die niet eens zo ver bij ons uit de buurt woont en hij nog dichter bij ons in de buurt werkt. Ze waren lid van dezelfde Amerika Facebookgroep als wij, USA4All, toeval bestaat niet.

Sommige zaakjes waren al gesloten, want het hoogseizoen is hier eigenlijk al voorbij. Van begin juni tot begin september is bijna alles gesloten, omdat het dan gewoon veel te warm is. En droog, zelfs een cactus had zichtbaar last van de droogte.

In een van de twee eetgelegenheden hingen binnen en buiten dollarbiljetten, voorzien van namen en/of een boodschap. Iets was je hier wel vaker ziet. Eigenlijk een heel oude gewoonte, toen er nog in de mijn werd gewerkt en de mannen naderhand een lekker biertje gingen drinken. Elke week gaven ze een dollar aan de waard, zodat, als er iets onder de grond gebeurde, hij zijn geld voor de biertjes had.

Het was tijd om terug naar de camping te gaan en de boel in te gaan pakken. Onderweg kwamen we nog een burro echtpaar tegen, met een baby die even was gaan rusten.

Toen het overgrote deel was ingepakt, hebben we nog heerlijk buiten gezeten. De mevrouw van de avond ervoor kwam ook nog langs en we hebben alles wat we over hadden aan haar gegeven. Ze kenden mensen die op de camping woonden, die het niet te breed hadden en daar zou ze de spullen aan geven. Ze vroeg om het haar te laten weten als we weer kwamen, dan zou ze ons meenemen naar de mijnen. Daar komen verder geen mensen en er zijn zelfs petroglyphen te zien, ze had er foto’s van gemaakt en toonde die. Ze stond samen met haar man elk jaar een aantal maanden op deze camping en ze hadden er een stukje grond gekocht waar een mobile home geplaatst zou worden. In South Carolina hadden ze dat ook gedaan, daar waren ze de rest van het jaar. Ze stuurde me een mailtje, zodat we in contact konden blijven.
Donderdag stonden we om 06:15 op, pakten de laatste dingen in en de uitmergelende terugreis begon. Eerst twee uur naar Las Vegas, dan naar McCarren, vlucht van 9 ½ uur, dan van Schiphol naar huis, ook anderhalf uur. Het vliegtuig was bloedverziekend heet en als je dan bezweet buiten komt, kan je alleen maar hopen dat je geen pestje oploopt.

En nu zijn we weer thuis. Alles is in die maand verbijsterend groen geworden, zeer zeker in vergelijking met de droge woestijnen van Arizona, Nevada en Texas. Je hebt weer alle ruimte, kan water uit de kraan drinken, de poezen die dolblij zijn en slapen in je eigen bed. Allemaal luxe en heerlijk, maar in je hart blijft die gouden plek van dat prachtige continent, waar je altijd naar terugverlangt. De weidsheid, de vriendelijke mensen, de stilte, tijd voor en met elkaar, daar kan toch niks tegenop? We hebben drie jaar moeten wachten op ons nieuwe bezoek aan de schoot van Uncle Sam en we kunnen alleen maar hopen dat we ons volgend jaar weer aan zijn borst mogen koesteren. Dag Uncle Sam, het was meer dan geweldig om weer bij je op bezoek te mogen zijn geweest. We hebben genoten en dat is zachtjes uitgedrukt!
Oh je bent alweer thuis. Wat is het snel gegaan. Maar wat hebben jullie weer genoten (en ik ook ;-)). Welkom thuis. Kom maar gauw je verhalen vertellen 😘
Laureen, Dank voor je leuke verhalen en dito foto’s.
Alweer een mooie reis gemaakt naar jullie favoriete continent
Heb genoten van jullie ervaringen
Ga zo door
dank u voor de mooie verhalen. het was weer fijn om het te lezen. grtjes swa en Monique.
Genoten! Zo hoef ik er zelf niet naartoe 😁